Omdat ik ergens moet beginnen bedacht ik om eens terug te gaan naar de basis en bij het begin… te beginnen.
Hoewel het verleidelijk is om er gemakshalve vanuit te gaan dat iedereen wel een beetje weet wat een koi (Nishikigoi) is, leg ik het in het kort toch even uit. Een koi (Cyprinus carpio carpio), ook wel nishikigoi of brokaatkarper genoemd, is de nationale vis van Japan. Nishiki betekent: kleurig kleed. Goi, of koi, betekent: karper. Nishikigoi is dus de samenvoeging: kleurig geklede karper. Koi zijn kweekvarianten van de gewone karper (Cyprinus carpio).
Een koikarper bestaat niet… Het is een koi of een karper!
Om ook maar even meteen dit uit de wereld te helpen: het is dus een koi of een karper, maar nooit een koikarper want dat is dubbelop. Er zijn eigenlijk vier verschillende soorten koi. Koi met en zonder schubben en koi met en zonder een metallic glans. De koi met schubben noemen we in het Japans wagoi, de koi zonder schubben worden doitsu(goi) genoemd.
Die doitsu, de schubloze of schubarme koi, is min of meer ‘uitgevonden’ door de Oostenrijkers. Doitsu betekent in het Japans weliswaar Duitsland, maar het in dit geval is het meer een verwijzing naar de Duitse taal. De Oostenrijkers hebben in de tijd dat karpers nog erg populair waren als consumptie, een karper ontwikkeld die efficiënt moest zijn. Een vis zonder schubben is immers veel sneller te fileren dan eentje met schubben.
Even over de geschubde koi
Laten we even beginnen met de niet metallic geschubde koi, de wagoi dus. In Japan begonnen ze zo’n 150 jaar geleden met het kweken van wagoi. Rijstboeren kweekten in Niigata karpers als aanvullende voedselbron. De karpers werden gehouden in houten bakken onder het huis. Die bakken werden uit praktische overwegingen onder het huis gebouwd omdat Niigata een paar maanden per jaar bedekt is met een metersdikke laag sneeuw. Als boeren in die tijd ingesneeuwd raakten hadden zij toch altijd voldoende vers eten.
Tijdens het kweken ontstonden er, waarschijnlijk deels door inteelt, karpers met een kleurmutatie. Je moet dan denken aan een rode vlek. Omdat dit werd gezien als bijzonder, kweekten ze ermee door en zo ontstonden dus de eerste Nishikigoi (gekleurde karpers). Het doorkweken met de kleurige exemplaren werd beter en beter.
Toen was daar de Metallic Wagoi
De Metallic Wagoi zijn dus volledig geschubde koi met een metaalachtige, metallic glans. In het Japans heet dit Hikari. Het zal rond 1920 zijn geweest toen de Japanner Sawata Aoki hoorde dat er vlakbij hem in de buurt een uitzonderlijke karper was gevangen. Volgens zeggen had deze koi ‘gouden’ strepen in zijn rugvin. Omdat Aoki voor zijn plezier Nishikigoi kweekte, wandelde hij naar zeggen zo’n 30 kilometer en kocht de hikari koi voor een, zeker in die tijd, astronomisch bedrag. Overigens kweekt de familie van de toenmalige Aoki nog altijd zeer verdienstelijk koi en Aoki koi farm staat nog altijd bekend om zijn hoogwaardige hikari koi.
Nu over de niet-metallic doitsu
De niet-metallic doitsu zijn koi die nauwelijks schubben hebben en ook geen metallic glans. Als een doitsu schubben heeft dan liggen die bij voorkeur aan weerszijden van de rug vin en/of evenwijdig aan de ‘laterale’ lijn. De laterale lijn is de lijn die je bij de koi over de zijkant van voor naar achter ziet lopen.
Doitsu betekent dus Duitsland. De eerste spiegel- en lederkarpers werden door de Japanners gehaald in het Duitstalige gedeelte van Oostenrijk. Het Japanse departement van visserij haalde deze exemplaren bij een klooster. Ze werden in eerste instantie dus niet gehaald om koi mee te kweken, maar als vervanging van de geschubde consumptiekarper. Ook hebben deze soorten een wat andere lichaamsbouw waardoor ze meer vlees bevatten. De koi kwekers echter zagen andere voordelen en begonnen deze karpers in te kweken in de bestaande kweeklijnen.
En als laatste de doitsu metallic
Misschien begrijp je nu dat de doitsu metallic schubloze (schubarme) koi zijn met een metallic (hikari) glans. Omdat de doitsu ingekweekt werd in de reeds bestaande koi lijnen, werd dit automatisch dus ook gedaan met de hikari varianten. Hierdoor ontstonden dus de doitsu hikari, oftewel: schubarme metallic nishikigoi.
In een serie volgende artikelen zal ik variëteiten van de bovengenoemde soorten omschrijven. Denk aan kohaku, sanke, showa, chagoi, ochiba chigure en beni kumonryu. Nou ja, genoeg leuks om naar uit te kijken.