Via Dragon’s Stairway naar Wat Phra That Doi Kham
Dag 9 donderdag 26-1-2017
Na een heleboel Google en wat minder bier heb ik een programma in elkaar gedraaid voor de komende dagen hier in Chiangmai. Chiangmai is één van de meest aansprekende steden in Thailand met een groot, zeg maar gerust heel groot, aantal Boeddhistische tempels. Ik heb er een flink aantal op mijn lijstje gezet. Lezers die niet geïnteresseerd zijn in tempels kunnen beter meteen even plaatjes gaan kijken of zelfs op het beroemde kruisje rechtsboven klikken. De komende dagen gaan er veel tempels voorbij komen, dus jullie zijn gewaarschuwd. Er staan diverse “must see’s” op het programma. Onder andere minimaal één overnachting in de “jungle temple”.
Om te beginnen heb ik een motorfiets(je) gehuurd, deze wordt netjes bij het hotel afgeleverd en dat voor een krappe zes Euro per dag, daar kun je niet voor zonder zitten. Een motorfiets in combinatie met de kaart van Thailand in mijn TomTom maakt me een stuk mobieler en meer flexibel. Gisteravond heb ik onder het genot van een Singha alvast een aantal adressen ingevoerd.
Playmobiel helmpje
De motor is een 125 cc Mio, zwaar zat ik ben hier tenslotte niet om te racen maar om te genieten. Overigens lijkt racen me in dit verkeer en met een plastic playmobiel helmpje sowieso niet zo verstandig. Zoals gezegd was de navigatie al geprogrammeerd dus op naar Wat Phra That Doi Kham. Het motorrijden blijkt hetzelfde als fietsen… ook dat verleer je niet. Het aan de andere kant van de weg rijden gaat eigenlijk ook nagenoeg vanzelf. Het is een kwestie van geconcentreerd blijven.
Ik rij de straat uit en draai de doorgaande weg op, na 100 meter rij ik een politie fuik in, alles op twee wielen wordt aan de kant gezet. Ik wacht mijn beurt af en toon de niet Engels sprekende agent mijn rijbewijs, zo’n roze “creditcard” heeft hij nog nooit gezien. Er worden wat vertwijfelde blikken uitgewisseld en ik mag weer doorrijden. Na een kilometer of 3 herhaalt dit ritueel zich gedeeltelijk, alleen deze agent spreekt wel Engels en hij snapt ook nog eens dat ik geen internationaal rijbewijs heb. We wisselen wat briefjes uit en ik rij verder. Iets verderop zet ik de fiets aan de kant en zet mijn TomTom op wandelroutes, hiermee vermijd ik de grotere doorgaande wegen en ik zie dan ook de rest van de dagen geen politie fuiken meer.
Via de Dragon’s Stairway naar Wat Phra That Doi Kham
Ondertussen ben ik onderaan de berg aangekomen waar de eerste te bezoeken tempel op gebouwd is. Om alvast te oefenen voor “the monk’s trail” heb ik de Mio onderaan de berg gezet en de “hard hike” genomen, ik had ook naar boven kunnen rijden maar dan mis je de “kracht” van de Dragon Stairway. Toen ik het bos uit kwam was ik blij om te zien dat er onderaan de trap bankjes stonden. Het pad door het bos was pittig, behoorlijk pittig. Na op adem gekomen te zijn de Draken trap op… zodra je bovenaan door de poort stapt voel je iets over je heen komen. Rust, berusting, acceptatie? Zeg het maar.
Een waardevol kado, in deze tempel mag je ÉÉN wens doen
In deze tempel mag je na je gebedsceremonie één wens doen. Deze wens doe je uiteraard NIET voor jezelf. De ene na de andere ruimte bekeken en uiteindelijk na het “offeren” mijn wens uitgesproken. Er was een meer dan bejaarde dame die in de tempel dezelfde route volgde als ik en elke keer hielp ik haar terug op haar voeten na haar gebeden.
Toen we samen de tempel verlieten pakte ze mijn hand, zei het een en ander dat ik uiteraard niet begreep, en drukte er een armbandje in. Gelukkig liep er een behulpzaam iemand in de buurt die vertaalde ongeveer het als volgt: “volg je pad, blijf bij je kracht. Deze armband hielp mij, nu helpt hij jou… tot je iemand ontmoet die hem harder nodig heeft dan jou”. Met een verrassend sierlijke wai verdween ze… Ik liep langs de weg terug naar de Mio.
Wat Phra That Doi Sutthep
Op naar Wat Phra That Doi Sutthep een rit van een uurtje op de motor. Deze tempel is vele malen meer toeristisch dan Wat Phra That Doi Kham, anders maar toch ook indrukwekkend. Deze tempel bij Chiang Mai is vernoemd naar de berg waarop zij gebouwd is “Doi Sutthep”. Het mooie van deze tempel is dat de bouw begon in 1383 terwijl er pas in 1935 begonnen werd aan de weg er naar toe. Ook deze tempel betreed je via een door twee grote draken en een aantal lieftallige kleine in klederdracht gehulde draakjes bewaakte trap. In dit geval één met 309 treden. Er zijn ook behoorlijk wat hindoe invloeden te vinden zoals beelden en afbeeldingen van Ganesha. Het meest heilige deel van Wat Phra That Doi Suthep is de enorme “gouden” chedi. Deze bevat een relikwie die volgens de overlevering door een witte olifant naar de berg Doi Suthep werd gebracht.
In deze tempel lopen veel monniken rond en ik neem deel aan een eenvoudig ritueel. Je loopt met een lotusbloem in je handen drie rondjes om de Chedi. Daarna brand je wat wierrook en steek je een kaarsje aan. De lotusbloem leg je bij de Boeddha van je keuze, in mijn geval was dat Pang Ham Yath, de Boeddha van de bescherming en mijn geboortedag.
Dagelijks leven in een tempel
Op de terug weg vind ik vlakbij het hotel nog een oud authentiek tempeltje Wat Lok Molee hier wordt aangetoond dat monniken ook een gewone dagelijks routine hebben. Het gouden Boeddhabeeld wordt secuur opgepoetst en de kleden gestofzuigd.
De dag is voorbij gevlogen, ik tuf terug naar het hotel en ga op zoek naar weer een nieuw eet tentje. Vanavond nog maar eens even goed eten want morgen slaap ik in Wat Pha lat, daar zal het eten vast een stuk kariger zijn.