Een samoerai droeg niet alleen een Katana, maar meestal ook een Wakizashi en een Tanto.
Katana is het Japanse woord voor ‘lang zwaard’. In de tijd van de feodale samoerai vormde de katana, samen met de wakizashi (kort zwaard) en de tanto (mes), de standaard wapenuitrusting voor een samoerai. Hoewel dit artikel ook van toepassing is op de productie van wakizashi en tanto, leg ik de nadruk op het meest bekende zwaard: de katana!
Katana, het legendarische samoerai zwaard
De katana, vaak simpelweg het “samoerai zwaard” genoemd, heeft tegenwoordig vooral een ceremoniële rol. Buiten het ceremoniële heeft de katana ook een functie als kunstobject of decoratie. Toch speelt de katana nog steeds een belangrijke rol in traditionele krijgskunsten zoals iaido, shinkendo, ken-jutsu en battōjutsu.
In populaire uitingen zoals films denk maar aan Kill Bill van Quentin Tarantino, wordt de katana vaak getoond als een krachtig aanvalswapen. Hoewel deze films uitermate vermakelijk zijn, geven ze absoluut geen realistisch beeld van de echte functie en waarde van dit elegante wapen. Een authentieke katana, ook wel bekend als Nihonto (Japans Zwaard), wordt op traditionele wijze in Japan gesmeed.
De tekst gaat verder onder de afbeelding
Tamahagane, “juwelenstaal”
De katana wordt gemaakt van een zeldzaam metaal genaamd Tamahagane, ook wel “juwelenstaal” genoemd. Dit metaal wordt verkregen door een zorgvuldig proces in een traditionele kleioventje, de Tatara, waarin ijzerzand met koolstof wordt verhit. Dit proces vindt slechts één keer per jaar plaats en gaat gepaard met traditionele rituelen. Het eindresultaat is een groot blok metaal dat in stukken wordt gehakt en zorgvuldig wordt geselecteerd op basis van koolstofconcentratie. Deze selectie bepaalt welke stukken naar de zwaarden maker (de smid) gaan.
De productie van Tamahagane staat onder streng toezicht van de Japanse overheid. Het metaal mag alleen worden gebruikt door geregistreerde wapensmeden en mag niet worden geëxporteerd.
Het smeden van een Katana
Het smeden van een katana is een kunst die precisie en vakmanschap vereist. Om het zwaard zowel sterk als flexibel te maken worden er verschillende soorten staal samengevoegd. Het snijvlak wordt gemaakt van hard staal om het scherp en duurzaam te houden, terwijl de kern van zachter staal is, zodat het zwaard niet breekt bij het pareren van slagen of het raken van het pantser van een tegenstander. Dit proces, waarbij hard en zacht staal worden samengesmeed, zorgt voor een perfect uitgebalanceerd wapen.
De meeste smeden maken de katana uit twee lagen: een harde U-vormige buitenschil die de zachtere kern omhult. Gedurende enkele dagen wordt het zwaard gesmeed tot een geheel, en daarna begint de smid met het toevoegen van zijn eigen unieke kenmerken. Elke smid hanteert hierbij zijn eigen, vaak geheime, technieken.
De tekst gaat verder onder de afbeelding
Niet alleen fysieke inspanning maar ook spiritueel
Wat veel mensen niet weten, is dat het volledige productieproces van een katana weken kan duren. Het is niet alleen fysiek intensief, maar ook spiritueel. Tijdens het smeden ondergaat de smid rituele reinigingen en onthoudt zich van vlees, alcohol en seksuele relaties. Het Shintoïstische concept van reinheid speelt een grote rol, waarbij de smid dagelijks ritueel wordt gewassen. Een door een meester gesmede katana is meer dan een wapen; het wordt beschouwd als een bezield object, soms met een eigen wil of kracht. Zo’n zwaard, bekend als meitō, kan levengevend of destructief zijn, afhankelijk van de intenties van de eigenaar.
Het vouwen van het staal
Tijdens het smeden wordt het staal meerdere keren gevouwen om onzuiverheden te verwijderen en een zuivere, homogene massa te creëren. Dit vouwproces was essentieel voor het verkrijgen van hoogwaardig staal voor een katana. Hoewel moderne staalsoorten dit proces technisch gezien niet meer nodig hebben, wordt het nog steeds traditioneel toegepast. Het staal wordt zowel in de lengte als de breedte van het zwaard gevouwen om de beste kwaliteit te garanderen.
De tekst gaat verder onder de afbeelding
Het hardingsproces van een Katana
Het hardingsproces is cruciaal voor de kwaliteit en functionaliteit van een katana. In dit proces draait alles om het op de correcte manier harden van het staal, wat een sterk en duurzaam zwaard oplevert. We richten ons hier op het traditionele “differentieel” harden, een techniek die elke smid op zijn eigen manier toepast.
Bij het differentieel harden wordt het zwaard bedekt met een speciaal kleimengsel, waarbij alleen de snijrand vrij blijft. Dit zorgt ervoor dat de rug van het zwaard langzamer afkoelt dan het snijvlak, waardoor het zijn kenmerkende gebogen vorm krijgt. Door dit proces kristalliseert het staal langs de snijrand, wat het harder maakt dan de rug. Dit geeft de katana een zekere flexibiliteit, waardoor het minder snel breekt tijdens snijoefeningen.
Niet alleen functioneel maar ook visueel
Naast het functionele aspect creëert het aanbrengen van de klei ook visuele patronen op het blad, bekend als de “hamon”. Deze hamon is de belangrijkste visuele eigenschap van het zwaard en varieert afhankelijk van hoe de smid de klei aanbrengt. Patronen kunnen variëren van de rechte “suguha” tot de zigzagvormige “sambon-sugi”.
Na enkele dagen drogen begint het daadwerkelijke hardingsproces. Het zwaard wordt verhit tot het een gelijkmatige rode gloed heeft. Op dat moment wordt het snel in water afgekoeld. Dit is een cruciale stap; als het staal te snel afkoelt, kunnen er barsten of scheurtjes ontstaan en wordt het zwaard onbruikbaar. Na het harden wordt de klei verwijderd, het zwaard schoongemaakt, en gecontroleerd op eventuele beschadigingen.
Het Polijsten van een Katana
Het polijsten van een katana is een kunst op zich en essentieel om het ware karakter van het zwaard te onthullen. In tegenstelling tot het westerse polijsten, waarbij het oppervlak glad wordt gewreven, wordt bij de traditionele Japanse methode het staal juist ‘opengewerkt’. Een ondeskundig gepolijste katana kan daardoor zijn unieke eigenschappen verliezen.
De polijstmeester begint met grove stenen om de vorm van de katana te definiëren. Daarna gebruikt hij steeds fijnere stenen om het zwaard verder te verfijnen. Aanvankelijk wordt het zwaard over de stenen bewogen, maar later worden de stenen over het zwaard bewogen. De polijstmeester kan kiezen tussen de sashikome- of de kesho-methode om de verschillende hardheden van het staal te benadrukken.
De tekst gaat verder onder de afbeelding
Van donkere jihada tot zilverwitte hadori
Het gebied tussen het randpatroon en de richel op de kling (jihada) wordt met fijn ijzeroxide, gemengd met plantaardige olie, op een wattenrolletje gepolijst. Dit geeft de jihada haar kenmerkende donkere kleur. De geharde snede (yakiba) wordt vervolgens met fijne schilfers op de duim gepolijst tot deze zilverwit is (hadori).
Na het volledige polijsten volgt het bruneren (drukpolijsten) van de rug van het zwaard (shinogiji en mune) met een bruneernaald. Dit geeft het zwaard een prachtig hoogglanzend oppervlak. Een bijzonder fenomeen dat alleen bij hoogwaardige zwaarden voorkomt, is de utsuri, een mistig patroon in de jihada dat de yakiba reflecteert. Koi kenners weten natuurlijk dat utsuri “gespiegeld” betekent.
Er zijn natuurlijk nog veel meer termen en technieken rond de katana, maar met deze basis heb je al een goed beeld van het polijstproces.
Tenslotte als aanvulling een korte uitleg over de andere “zwaarden” die een samoerai in vroeger tijden in zijn bezit had.
De tekst gaat verder onder de afbeelding
Wakizashi, het korte zwaard van de samoerai
De wakizashi is een kort Japans zwaard dat veel op de katana lijkt, maar aanzienlijk korter is. Dit zwaard werd samen met de katana gedragen door samoerai in het feodale Japan, een combinatie die bekend staat als daisho. Letterlijk vertaald betekent daisho “lang en kort”, waarbij “dai” staat voor de katana en “sho” voor de wakizashi.
Terwijl de katana vaak het hoofdwapen was, diende de wakizashi als bijzwaard, vooral voor verdediging. Samoerai gebruikten de wakizashi om aanvallen te blokkeren en de tegenstander uit balans te brengen tijdens een tegenaanval. Zodra er een opening ontstond, kon de samoerai met de katana toeslaan. De combinatie van deze twee zwaarden maakte de samoerai tot een formidabele krijger, met de wakizashi als essentieel hulpmiddel in hun arsenaal.
De tekst gaat verder onder de afbeelding
Tanto, de dolk van de samoerai
De tanto is een traditionele Japanse dolk die een belangrijke rol speelde in de samoerai-cultuur. Deze compacte, maar dodelijke dolk werd niet alleen gebruikt om vijanden te verwonden in noodsituaties, maar had ook een diepere, symbolische betekenis.
De tanto werd vaak ingezet voor seppuku (ook bekend als hara-kiri), een rituele zelfmoord die werd uitgevoerd om eer te herstellen. Deze rituele daad werd doorgaans uitgevoerd door samoerai die zich wilden onttrekken aan een schande of mislukking. De tanto was door zijn formaat en scherpte het ideale wapen voor dit riueel, waar ik binnenkort meer over ga schrijven.
Daarnaast droegen samoerai de tanto als een veelzijdig wapen, geschikt voor zowel aanvallende als verdedigende situaties. Het korte lemmet maakte het effectief in close combat, waar langere zwaarden onhandig konden zijn. De tanto was vaak prachtig versierd, met een lemmet dat net zo zorgvuldig werd gesmeed als dat van de grotere zwaarden zoals de katana en wakizashi. Dankzij zijn rijke geschiedenis en veelzijdigheid blijft de tanto een geliefd wapen en verzamelobject, zowel voor krijgskunstenaars als liefhebbers van Japanse cultuur.
Bronnen:
Ruud’s zinloze geheugen
Yamamoto Tsunetomo. Hagakure. Het boek van de samurai, Bres BV (Amsterdam), Nederlandse editie 2001. ISBN 90 6229 071 X
Taisen Deshimaru. Zen en de Oosterse martiale kunsten. Een Japanse meester onthult de geheimen van de samurai, De Driehoek (Amsterdam), 1987. ISBN 90 6030 434 9
Ooit ook gepubliceerd in het magazine koi, maar dit is de herschreven versie.